Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In dit artikel door Annelieke Driessen, Laura Vermeulen, Silke Hoppe, Natashe Lemos Dekker, Susanne van den Buuse en Mark Smit worden drie empirische cases besproken uit hun antropologische promotieonderzoeken naar dementiezorg in Nederland. In deze cases wordt zichtbaar dat het nieuwe overheidsbeleid ambiguïteiten teweegbrengt: terwijl betrokken buren en mantelzorgers veelal voldoening ontlenen aan intensieve zorg, brengt dit hen soms in een kwetsbare positie.

De Nederlandse overheid stimuleert haar burgers actiever betrokken te raken bij de zorg voor de kwetsbaren in onze samenleving (Newman & Tonkens 2011). Dit heeft gevolgen voor wie zorg verleent en de manier waarop dit gebeurt. In dit stuk bespreken we drie empirische cases uit onze antropologische promotieonderzoeken naar dementiezorg in Nederland.1 In deze cases wordt zichtbaar dat het nieuwe overheidsbeleid ambiguïteiten teweegbrengt: terwijl betrokken buren en mantelzorgers veelal voldoening ontlenen aan intensieve zorg, brengt dit hen soms in een kwetsbare positie. En terwijl de morele drive van zorgverleners een vereiste lijkt voor het werken in de zorg, wordt hier soms ook misbruik van gemaakt. Wij beargumenteren dat er meer oog moet zijn voor de ambiguïteiten en kwetsbaarheden in zorg voor mensen met dementie, zoals die vorm krijgen in de participatiemaatschappij.

Details publicatie

Driessen, A., Vermeulen, L., Hoppe, S., Lemos Dekker, N., van den Buuse, S., & Smit, M. (2015). Meer Oog voor Zorg: Ambiguïteiten en Kwetsbaarheden in de Participatie in Zorg voor Mensen met Dementie. Podium voor Bioethiek, 2, 14–16.